Vorige week dacht ik terug aan een middag, 27 jaar geleden.

Ik ben 14 en zit in de zetel met een zak lievelingschips. Mama Mia’s, met paprika- en kaassmaak. Naast me ligt de verfrommelde gouden wikkel van een Twix reep. Die heb ik een half uurtje geleden al opgegeten.

Mama is nog niet thuis. Pas rond tien uur ’s avonds komt ze terug van haar werk. Meestal zorgt ze voor een maaltijd in de koelkast. Of ze geeft geld waarmee ik zelf iets koop in de supermarkt of het traiteurzaakje onder in het flatgebouw. Vandaag heeft ze op het rieten kastje in de gang geld voor me neergelegd. Op een briefje staat: ‘Haal maar iets te eten’.

Het is vijf uur in de namiddag. De tv staat aan. Ik kijk naar het zoveelste deel van een grappige serie die ik dagelijks volg: The Fresh Prince of Bel-Air. Ondertussen vermaal ik de chips. Telkens wanneer mijn vingers geel en oranje zijn, lik ik ze schoon. Ze proeven naar paprika.

Buiten stopt een tram met knarsende remmen. Ik hoor auto’s toeteren, fietsbellen rinkelen en kinderen roepen. Ik eet chips. Ik kauw gedachteloos en staar naar het tv-scherm.

Het doet me echt wat, dit verhaal

Nu ben ik 41, en ik schrijf hier in de zetel mijn herinnering aan die middag op, met mijn laptop op schoot. Af en toe kijk ik naar de grote eikenboom in de voortuin die met de winter al zijn bladeren verloren heeft.

En ook al is het lang geleden, zo voelt het niet. Ik weet nog precies hoe dat 14-jarige meisje zich voelde. Ik zou naar haar willen toegaan en iets tegen haar willen zeggen.

Nathalie, leg die chips maar gewoon weg’

Ik zou mijn armen wijd openen en haar een dikke knuffel geven. We zouden naast elkaar in de zetel zitten, samen een kopje thee drinken en ik zou beginnen te vragen. Naar hoe ze zich voelde, hoe het op school was.

Ik zou vooral naar haar luisteren. En terwijl we zo wat babbelen, zou ik verder vragen.

‘Gaat echt alles goed?’ zou ik nog een keer vragen.
‘Ja ja, alles gaat goed,’ zou ze knikken.

Maar ik zou doorvragen. Want ik zie immers het verdriet in haar ogen. Ik zie de zak chips en de lege chocoladewikkel.

Ik geloof je niet,’ zou ik antwoorden. ‘Hoe gaat het écht met je?’

Dan zou ze me verschrikt, bijna betrapt aankijken.

‘Ik zie toch je verdriet, hoe je worstelt. Vertel me daarover. Vertel me alles, vertel me hoe je je voelt,’ zou ik antwoorden.

Dan pas zouden dwars door haar lachjes heen de tranen komen. Ik zou haar laten huilen. Geen arm om haar heen leggen. Ik zou haar zelfs geen advies geven. Of zeggen dat ‘het toch allemaal goed komt’.

Nee, ik zou helemaal niets zeggen

Enkel luisteren naar wat ze me vertelt. Naar haar verhaal. Haar zorgen. Haar verdriet. Naar alles wat ze wegdrukt, weg-eet.

Daarna zou ik haar opnieuw – lang – knuffelen. Net zolang tot ik voelde dat ze weer zou ontspannen en de tranen opgedroogd zijn.

Naast verdriet, voel ik nu ook kracht

Want als ik kijk naar de vrouw die ik nu ben, voel ik me heel krachtig.

Ik heb immers geleerd om mijn emoties te voelen. Er niet van weg te lopen. Niet meer voor de tv te gaan zitten met een hand in een zak chips.

Ik heb geleerd om mezelf liefde, aandacht en trots te geven. En om van mijn lichaam te houden. Om er goed voor te zorgen.

Ja, ik ben het contact met mijn lichaam een tijd kwijt geweest. Ik waardeerde het niet, ik had er zelfs een hekel aan. Ik zag het slechts als iets dat een ideale maat moest hebben. Niet als iets waar ik gewoon blij mee kon zijn.

Maar met vallen en opstaan heb ik echt ervaren dat mijn lichaam ‘mijn huis’ is. Ik verwaarloos het niet langer. Ik mag het vertroetelen. Omdat mijn lichaam goed is zoals het is en omdat het bij mij hoort.

Stel, jij kan héél even terug naar de tijd dat je 14 jaar was –

Wie zou jij zien? En wat zou jij aan het doen zijn? Ben je gelukkig?

Ik ben benieuwd of jij ook zo’n sterke herinnering aan een bepaald moment hebt.

En of je die met mij wil delen – alleen met mij, het blijft onder ons.

Liefs,
Nathalie


PS In mijn nooit meer op dieet programma help ik je om komaf te maken met emotie-eten en eetbuien. Ik leer je hoe je goed voor jezelf blijft zorgen, óók in moeilijke momentjes. Want soms eet je niet omdat je lichaam honger heeft. Maar dan eet je omdat er iets gebeurt waardoor je het even moeilijk hebt. Bijvoorbeeld door stress of verveling. Hoe ga je daarmee om? Mijn aanpak zal je helpen. Want niet elke honger hoef je te vullen met eten en snoepen. Sommige hongers hebben gewoon een beetje liefde nodig. 
💕

Als je meer wil weten, heb ik graag eerst een persoonlijke babbel met je. Ik luister naar je verhaal en op het eind krijg je mijn eerlijke en liefdevolle advies.

Plan hier een gratis gesprek in mijn agenda